Planten bestaan grotendeels uit water. Wanneer het warmer en droger wordt, hebben planten extra water nodig hebben. Vooral nieuwe aanplantingen hebben het eerste jaar veel water nodig. Wanneer en hoeveel je best water geeft, leggen we hier uit.
HOEVEEL ?
De ideale hoeveelheid verschilt voor elke plant. Een goede regel is, dat je nooit te veel water kan geven, maar wel te vaak. Wanneer we een typische Belgische zomer hebben, regent het voldoende en is de bodem dikwijls verzadigd. Een schrale wind kan echter zelfs een verzadigde bodem snel uitdrogen.
Voor planten in volle grond geef je één keer per week water (in het late voorjaar), of in zeer warme en droge omstandigheden (zomer) alle 2 dagen. Zo vermijd je dat planten lui worden en de planten zullen in hun zoektocht naar water een goed wortelstelsel ontwikkelen. Geef bij elke gietbeurt wel veel water. Je kan moeilijk te veel water geven. Voor kleinere heesters geef je een 10-tal liter per keer. Bij grotere heesters, hagen en/of bomen is zelfs een kleine 100 liter water niet overdreven!
Een plant in pot zal vlugger water nodig hebben, want de grond droogt sneller uit. Geef deze bij warm en droog weer zeker 1 x per dag water. Tip : zorg ervoor dat overtollig water altijd kan wegvloeien. Voorzie daarom een gaatje in je bloembakken of leg onderin wat hydrokorrels of potscherven. Giet ook met kleine beetjes zodat de potaarde het water kan opzuigen. Leg wat sierschors of een andere bodembedekking tussen je planten. Het water zal minder snel verdampen. Maak je het graag visueel, gebruik dan een onderschotel. Wanneer de onderschotel leeg is, is het tijd om water te geven!
WANNEER ?
Het ideale moment om water te geven is ’s morgens vroeg. De grond is dankzij de dauw nog vochtig en de plant heeft voldoende tijd om het vocht op te nemen voor het water gedurende de dag verdampt. ’s Avonds, eens de zon weg is, is ook een goed moment om water te geven. Not done is water geven op het warmste moment van de dag. Het water zal namelijk snel verdampen en als er water op de bladeren komt, bestaat er het risico dat ze verbranden. Giet daarom steeds aan de voet van de planten. In de moestuin kan je een potje bij de wortels ingraven en daarin gieten zodat de wortels het water optimaal kunnen opnemen.
Gebruik bij voorkeur regenwater en geen kraantjeswater. Dit is beter voor het milieu, goedkoper en je planten zullen je dankbaar zijn. Regenwater heeft dezelfde temperatuur als de plantomgeving en bevat veel voedingsstoffen. Bij gebruik van kraantjeswater, kan je na je laatste gietbeurt al enkele gieters met water vullen. Zo heeft het water bij de volgende gietbeurt een goede temperatuur.
In de zomer kan je je gazon ook besproeien, maar hier zijn we ecologisch gezien geen voorstander van. Gras zal zich na wat regenval weer snel herstellen. Tijdens onze natte winters is water geven dikwijls niet nodig. De meeste planten en bodem zijn dan ook in rustmodus.
PRAKTISCHE TIPS !
Maak met wat grond een dam rond de stam van de bomen (of kunststof gietrand). Deze kan je dan volledig onder water zetten zodat water rustig de tijd heeft om in de grond te dringen en niet kan weglopen. Bomen kunnen zeker meerdere emmers water per gietbeurt gebruiken. Verwijder dit dammetje (of gietrand) echter na de zomer. Heb je lange hagen aangeplant, plaats dan een poreuze druppelslang over de gehele lengte. Sluit de slang enkele keren per week aan op het water en de gehele haag krijgt langzaam water (slang mag zeker 1 à 2 uur aangesloten blijven).